Vergiftiging veroorzaakt een afgrijselijke doodsstrijd. Het is niet alleen een van de meest barbaarse en laffe misdaden tegen dieren maar ook een bron van immense pijn en verdriet voor de mensen die van hen houden. Juist omdat het een geniepige aanslag is duurt het een tijd voordat men ontdekt dat het dier vergiftigd zou kunnen zijn en ook het bereiken van de dierenarts komt meestal te laat. Ondanks de inspanningen van de dierenarts is het vaak onmogelijk het dier te redden. Het is daarom belangrijk om als dierenbezitter zelf voorbereid te zijn!
Houd uw dier weg van "eetbare dingen" op plaatsen waar deze niet thuishoren. Vergiftigd voedsel wordt aangetroffen in plastic zakken, in schalen met voedsel of vloeistoffen, voedselresten, gehaktballen etc. Verwijder zulke verdachte zaken als u deze ziet en gooi deze in een vuilnisbak. Vergiftigd lokaas wordt vaak neergelegd op plaatsen waar dierenliefhebbers zwerfdieren voederen. Kijk vooral uit voor (gekleurde) poederige substanties! Doe altijd aangifte bij de politie van vergiftiging(spogingen). Verzamel eventueel bewijsmateriaal en leg de feiten (wat, waar, wanneer) in notitie of foto's vast.
De eerste hulp bestaat uit het laten braken en het neutraliseren van het nog aanwezige gif. Omdat vergiftiging zelden naast de deur van de dierenarts plaatsvindt begrijpen de meeste dierenartsen dat eerste hulp door de eigenaar bepalend is voor de overlevingskans. Bespreek de samenstelling (braakmiddelen en tegengif) en het gebruik van een eerste hulp doos eerst met de dierenarts. Vraag naar de symptomen van vergiftiging en advies over de aanpak. Kennis van de symptomen is essentieel omdat tegengif schadelijk is wanneer een dier niet is vergiftigd! Vraag de dierenarts hoe u braakmiddelen of actieve koolstof oplossingen oraal kunt toedienen en hoe een injectiespuit voor dergelijke noodgevallen moet worden gebruikt. Voorbereiding is de eerste stap!
Houdt altijd een eerste hulp doos bij de hand met: braakmiddelen (ampullen en/of oplossingen), actieve koolstof (tabletten of oplossingen), een injectiespuit en tegengif(fen), alsook de door de dierenarts aanbevolen instructies en doseringen. Wees bewust dat behandeling van honden en katten verschillend is en dat orale behandeling van een vergiftigd dier onmogelijk is wanneer het niet in staat is te slikken of wanneer het stuiptrekkingen heeft.
Waarschuw de dierenarts onmiddellijk! Laat iemand anders de dierenarts bellen terwijl u eerste hulp geeft, zodat deze zich alvast kan voorbereiden op de noodhulp wanneer u onderweg bent naar de kliniek.
1. Probeer zo mogelijk de ingenomen substantie te identificeren voordat u begint door:
zorgvuldig de omgeving te onderzoeken
de symptomen van het dier te observeren
WAARSCHUWING: Laat het dier NIET braken wanneer het bijtende/zure substanties of glas heeft ingenomen omdat dit verdere schade aan de organen toebrengt. Geef in dat geval actieve koolstof of ga direct naar de dierenarts.
WAARSCHUWING: Probeer NIET het dier via de bek (oraal) te behandelen wanneer het stuiptrekkingen heeft. Wees voorzichtig bij het laten slikken om te voorkomen dat het in de longen terecht komt.
WANNEER HET WAARSCHIJNLIJK IS DAT EEN ANDER GIF IS INGENOMEN:
2. Laat het dier braken door orale toediening van:
30 tot 60 cc verzadigde zoutwater oplossing, of
30 tot 60 cc verdunde waterstofperoxyde (1:10), of
mosterdzaad in lauw water, of
10% IPECAC stroop (1cc per kg lichaamsgewicht) of een injectie met:
APOMORPHINE. NIET voor katten! (0,05mg per kg lichaamsgewicht), of
FILTALON onder de huid (grote hond 2cc, middelgroot 1cc, kleine hond/kat 1/2cc)
ALLEEN NA HET BRAKEN: actieve koolstof toedienen
3. Dien een intramusculaire injectie toe van:
honden/katten: ATROPINE (0.04mg per kg or 1cc per 10kg), of
katten: XYLAZINE (0,5-1mg per kg)
4. Ga hierna direct naar de dierenarts!
WAARSCHUWING: Let op dat er geen overdosis wordt gegeven!
Insecticide vergiftiging: Kwijlen, tranen, diarree, sterk braken, samentrekking van pupillen, spiertrekkingen, moeizame ademhaling, stuiptrekkingen en coma. Behandeling: atropine (1 ampul voor een kat of kleine hond, 2-3 voor grotere honden afhankelijk van hun gewicht). De injectie kan intraveneus (in de ader het snelst geabsorbeerd), intramusculair (in de spier) of subcutaan (onder de huid).
Rattengif: Braken en diarree, maar soms blijven de symptomen 2 tot 3 dagen uit. Tekenen van interne bloeding zoals rode/paarse/donkerblauwe vlekken op het lichaam en in de bek ontstaan later. Behandeling: Injectie met vitamine K (5-20mg afhankelijk van het gewicht) verdikt het bloed.
Strychnine vergiftiging: De dieren raken verlamd, de pupillen verwijden en de spieren trekken. Behandeling: Injectie met diazepam (Valium) (katten 5-10mg, honden 10-30mg afhankelijk van het gewicht).
® Action Against Poisoning -- www.actionagainstpoisoning.com -- e-mail: info@actionagainstpoisoning.com
http://www.actionagainstpoisoning.com/pages/nl/firstaid_nl.html -- Last updated on November 21, 2003